Rossini was 71 jaar oud toen hij dit werk componeerde. Het was opgedragen aan gravin Pillet-Will, echtgenote van een bevriende bankier, om de inwijding van de huiskapel van de familie extra luister bij te zetten. In eerste instantie schreef de componist het stuk voor dubbelkwartet, vier solisten, twee piano’s en een harmonium. Dat was in Frankrijk in die tijd geen ongebruikelijke combinatie van instrumenten. De instrumentatie zal zeker ook te maken hebben gehad met het privékarakter van de gelegenheid. Na de première maakte Rossini op aandrang van zijn vrienden een orkestrale versie, waardoor het grote publiek kennis kon maken met deze mis.
Is de Petite Messe solennelle ‘klein’ te noemen? Zeker niet: ze duurt ruim anderhalf uur! Maar ‘Petite’ slaat dan ook op de instrumentatie. Het is een vitaal muziekstuk en door de componist zelf gekenschetst als ‘de laatste zonde van mijn oude dag’. Aan het einde van de partituur noteerde hij:
“Goede God, hier is ze, gereed, deze kleine bescheiden mis. Is het heilige muziek (musique sacrée) die ik geschreven heb, of vervloekte muziek (sacrée musique). Ik ben geboren voor de opera buffa, zoals u wel weet. Een beetje vakkennis, een beetje gevoel, dat is alles. Geprezen zij Uw Naam, en laat mij binnen in het paradijs.”
De 14 delen beslaan de gehele tekst van een mis en Rossini voegde het ‘O salutaris hostia’ toe. De betekenis van het werk ligt in de rijkdom van de muzikale vormen en de speelse lichtheid van de wijze waarop hij de kerkmuziekstijl heeft gebruikt. Het laatste deel met de bede ‘dona nobis pacem’ (geef ons vrede), vormt één van de mooiste muzikale zettingen waarin deze wens ooit is gevat.
tekst: Louise Hesp