Kennismaken met ...

Kennismaken met tenor John Tyler

Ik ben zo blij dat ik met zo’n geweldige groep mensen mag zingen. Wat handig is over mij te weten, is dat ik twee keer geëmigreerd ben.

Ten eerste ben ik een Amerikaan die zich hier in Nederland heeft gevestigd.
Ik ben opgegroeid in een landelijke dorp in het noorden van New York, vlak bij de Canadese grens, maar sinds ik 18 bent heb ik vaak buiten de VS gewoond. Londen, Caïro, Jeruzalem. Daar raakte ik verliefd op een Nederlandse vrouw, en daarbij betrokken geraakt met jullie land.
Ik heb in de journalistiek en het onderwijs gewerkt, maar nu werk ik als zelfstandige, en ben altijd op zoek naar schrijf-, redactie- of vertaalwerk in het Engels (jullie weten me allemaal te vinden).

Zingen in het AGK is voor mij de tweede grote emigratie in mijn leven, maar natuurlijk op een ander niveau, en deze veel recenter. Ik ben namelijk geen zanger, maar een violist.

Ik speel al viool sinds ik vijf jaar oud was. Ik deed auditie voor conservatoria, maar besloot die weg niet te nemen. Dus, zoals veel amateurs, wordt mijn liefde voor muziek niet besmeurd door loonstroken, cao’s of functioneringsgesprekken. Ik heb in tal van amateurgroepen gespeeld, maar mijn vaste groep is de Symfonieorkest de Philharmonie. Elk jaar begeleiden we een koor, meestal voor een van de oratoria van Bach, maar ik heb ook veel andere koorwerken gespeeld, waaronder het Requiem en de Mis in c-moll van Mozart, de Messiah en Ein Deutsches Requiem. Ik geniet dan altijd van elke minuut.

Dus wat gebeurde er? Waarom zing ik nu?
In het najaar van 2021 beantwoordde ik het verzoek van een vriend om lid te worden van een klein kerkkoor in Durgerdam, niet ver van waar ik woon. Ze hadden dringend een tweede tenor nodig. Ik zei dat ik het zou proberen. En gelukkig, het ging goed. Die ervaring wakkerde mijn enthousiasme om meer te gaan zingen aan.

In die lente had mijn orkest niet ons gebruikelijke optreden om een Bach-passie te spelen met een koor. Tegen die tijd had ik bijna alle viool- en altvioolpartijen in de Matthäus-Passion een keer gespeeld, dus ik dacht: misschien kan ik proberen het te zingen. Zo kwam ik bij het AGK terecht. Een snelle google-zoekopdracht leerde dat jullie de Passion zongen, jullie repeteerde in Noord, waar ik woon, en jullie stonden open voor nieuwe zangers. Natuurlijk moest ik wel auditie doen voor Paul. Ik was doodsbang. Maar, het was die auditie die me overtuigde dat dit ‘the place to be’ was. Paul zag mijn zenuwen, en mijn onervarenheid. Terwijl hij de begeleiding op de piano speelde, zong hij samen met mij de tenorpartij van ‘Was mein Gott will, das g’scheh allzeit’. Totdat, ik me op een gegeven moment realiseerde dat hij niet meer meezong, ik was alleen aan het zingen. En dat was het, ik was binnen.

Toen pas begon echt mijn leercurve. Ik realiseerde me al snel dat noten kunnen lezen en de dirigent kunnen volgen, wat voor mij tweede natuur is geworden na tientallen jaren orkestspelen, niet genoeg zouden zijn. Ik moest leren hoe ik mijn nieuwe instrument moest bespelen. Ik heb een geweldige zangleraar, die toevallig in mijn buurt woont, gevonden. Langzaam maar zeker raak ik eraan gewend dat de muziek door me heen stroomt, dat ik delen van mijn lichaam moet beheersen waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden, spieren aanspannen hier, spieren ontspannen daar en zingen door de bovenkant van mijn hoofd! Het is een en al genoot.

Ik heb echt de mazzel dat ik het AGK heb gevonden en ik waardeer het dat jullie me allemaal de kans hebben gegeven om deze verbazingwekkende en mysterieuze kunst, de kunst van het zingen, beter te leren kennen.

John Tyler (tenor)