December 2019, mijn debuut als projektlid bij het AGK. Het Weihnachtsoratorium, uitverkochte zaal. De zaaldeuren gaan open en je loopt voor het eerst over die rode loper de trap af. Kippenvel.

Dat smaakte naar meer. Vast koorlid geworden en na het Weihnachtsoratorium meegezongen met de Johannes Passion en de Matthäus Passion en met de muziek voor de documentaire. Ik heb al zingend geen moment gedacht dat ik, beginnend koorlid, in het bestuur van het AGK zou stappen. Nooit bestuurder geweest en nooit secretaris van wat dan ook. Maar geen andere kandidaten, dus waarom ook niet? Met pensioen, alle tijd voor een extra klus en ook wel benieuwd naar wat er allemaal komt kijken bij het reilen en zeilen van zo’n groot koor. Volkomen blanco ben ik in april als secretaris begonnen. Het is, merkte ik, voor een startend koorlid een prima manier om in korte tijd thuis te raken in het AGK. Bestuurder in het AGK: ik kan het iedereen aanraden (binnenkort 2 vacatures…).
Ik kom uit een gereformeerd nest in het Hoge Noorden, waar mijn moeder psalmen zingend door het huis liep en wekelijks naar haar zangkoor ging. Ik heb het zingen dus niet van een vreemde. Sterker, ik dank mijn bestaan aan een zangkoor: mijn vader en moeder leerden elkaar kennen in een kerkkoor in Groningen.
In de jaren tachtig van Groningen naar Amsterdam verhuisd en sindsdien zingend in koren, steeds het klassieke werk. Enige zijspoor was een katholiek kerkkoor, waar ik me het Gregoriaans eigen maakte. Ook bijzonder.
Sinds 2018 ben ik met pensioen. In mijn werkzame leven heb ik me voornamelijk bezig gehouden met maatschappelijke dissonanten: ik werkte als strafrechter in Den Bosch. Het strafrecht blijft me boeien, ik werk nu nog als invalrechter bij de rechtbank in Amsterdam. Voor mijn pensioen zong ik al wel in een koor, maar nu kwam er tijd vrij voor nog een tweede koor en voor het vervullen van een oude wens: het zingen van de grote werken, de passies en de requiems, in een oratoriumkoor. Verder geniet ik met volle teugen van mijn vrijheid als pensionado, wonend in de Staatsliedenbuurt met mijn vrouw, alt, ook al in een zangkoor. Zo loopt het zingen als een rode draad door mijn leven.
Paul van Dellen