Bach Werken

Johannes Passion

De Johannespassion, een triomfstuk

Door Paul Valk

In de Matthäuspassion van Johann Sebastiaan Bach siddert het gekwelde hart. Het is een klaaglied, een meesterwerk van godverlatenheid. In Bachs Johannespassion smeekt Jezus nooit. Hij twijfelt niet, hij treurt niet, hij wanhoopt niet, hij is niet verongelijkt omdat zijn discipelen in slaap gevallen zijn. Jezus heeft alles onder controle. Hij is de regisseur. Zelfbewust overtroeft hij Pilatus. Hij WORDT niet gekruisigd, hij LAAT zich kruisigen.

‘Herr unser Herrscher, dessen Ruhm in allen Landen herrlich ist’, juicht het openingskoor. Dat lied zet een totaal andere toon dan ‘Kommt ihr Töchter, helft mir klagen’ uit de Matthäus. De Johannespassion is dan ook een triomfstuk, een jubelzang, een uiting van geloof en blijdschap.

 

Overwinnaar

De evangelist Johannes wil tonen dat Christus overwinnaar is. Van de eerste tot de laatste noot zit dat erin en het zakt nooit weg. Steeds is er licht en hoop. De opstanding, het vertrouwen zit er al in. Je zou kunnen zeggen: Pasen is er al in opgenomen.

Het openingskoor past subliem bij onze ‘vierde’ evangelist, die eerder verkondiger is dan berichtgever. Het is een hartstochtelijke aanroep, een roep uit de diepte tot de Gekruisigde. Hij hangt aan zijn kruis, maar hij hangt er hoog en verheven, met op het hoofd de koningskroon. Hij is de HEER, niet de arme, lieve Jezus.
Na een driemalige aanroep ‘Herr!’ ontwikkelt de muziek zich fugatisch, parallel met de tekst, die ‘de lof uitbreidt’: ‘unser Herrscher, dessen Ruhm in allen Landen herrlich ist’. Zo wijd als de roem spint zich de muziek uit; het is alsof een oneindig landschap zich voor ons ontrolt, de heerschappij van de Zoon Gods.
De theoloog Bach is hier aan het woord: de grootste vernedering is juist de verheerlijking.

Liturgisch

Het eerste kader laat de indeling zien van een Vesperdienst waarin de Johannespassion op Goede Vrijdag in Leipzig werd uitgevoerd. Hieruit valt af te lezen, dat de gezongen passie ingebed werd in een dienst waarin nog een aantal andere liturgische handelingen plaatsvond. Tussen de twee delen stond dan de uitvoerige preek centraal. Denkt u hier maar eens aan tijdens het genoeglijke kopje koffie in de pauze…

Structuur

Er valt een bijna architectonische structuur te ontdekken in Bachs Johannespassion. Een schitterend symmetrisch geheel. Zo vormen openings-en slotkoor de steunberen van het stuk. Zij lijsten het geheel als het ware in. Verder is een aantal koordelen min of meer identiek. Bach doet dit met evangelieteksten die min of meer van gelijke strekking zijn of door eenzelfde groep mensen geroepen worden. Zo zijn voor ‘Wir haben ein Gesetz’ en voor ‘Lässest du diesem los’ precies dezelfde noten gebruikt. Zo ook voor ‘Sei gegrüßet, lieber Judenkönig’ en ‘Schreibe nicht, der Judenkönig’.
Het koraal ‘Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn’ fungeert in dit gebouw als middenas; als spiegel. De muziek van een aantal koordelen komt na dit koraal in omgekeerde volgorde terug, zij het met een andere tekst. In onze uitvoering benadrukken wij dit ‘spiegeleffekt’ door na dit koraal te pauzeren en er na de pauze weer mee te beginnen.