Bariton Martijn Sanders studeerde aan het Utrechts conservatorium bij Henny Yana Diemer en aan de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen. Daarna was hij lid van Opera Studio Nederland en studeerde hij verder bij de Amerikaanse tenor James Mccray.
Nadat hij een eerste prijs won op het Nico Dostal concours in St Pölten (Oostenrijk), debuteerde hij in 1999 in Wenen ter gelegenheid van de Wiener Mozartwoche als Papageno (Zauberflöte van Mozart). Ook zong hij in datzelfde jaar de rol van Dandini (Cenerentola-Rossini) tijdens het festival van Rheinsberg. Daarna zong hij rollen bij o.a. de Wiener Kammeroper, Stadtheater Baden, Opera Trionfo, de Nationale Reisopera, de Nederlandse Opera,Opera Zuid en op verschillende internationale festivals. Tot zijn operarepertoire behoren, naast al eerder genoemde partijen, rollen als Conte Almaviva en Figaro (Le nozze di Figaro-Mozart), Don Giovanni (Don Giovanni-Mozart), Guglielmo (Cosi fan tutte-Mozart), Pimpinone (Pimpinone- Telemann),Maitre Jean (La Colombe-Gounod), Escamillo (Carmen-Bizet), Basilowisch (Graf von Luxemburg –Lehar), Demetrius ( Midsummernightsdream-Britten), Patrocles (King Priam-Tippet), Riccardo(I puritani) en Sacha (Moskva chereomushki).
Ook als liedzanger en concertsolist heeft Martijn Sanders een grote reputatie opgebouwd en is hij te horen op de belangrijke podia in binnen- en buitenland.
Tot zijn recente engagementen behoren o.a Bach’s Matthäuspassion met het Residentieorkest o.l.v. John Nelson, Joseph in Berlioz’s L’ enfance du Christ met het Brabants orkest o.l.v. Michael Tabachnik, L’ami in Debussy’s La chûte de la maison Usher met het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Edo de Waart en met datzelfde orkest o.l.v. Alexander Liebreich de Don Quichotteliederen van Ravel en Ibert. In de Zaterdagmatinee van het Concertgebouw was hij te horen als Protesilaos in Rudolf Escher’s Protesilaos en Laodamia.
Met het Limburgs Symfonie Orkest werkte hij samen in Mahler’s Lieder eines fahrenden Gesellen en met leden van het Belgrade Philharmonic Orchestra was hij december 2011 te horen in Poulenc’s Le Bal Masque.
Enige tijd geleden debuteerde Martijn Sanders in München als Vitellius in Herodiade (Massenet) naast onder meer Agnes Baltsa. Hij zong o.l.v. Marco Armiliato de rol van Johann in Werther (Massenet).Tot zijn laatste opera-engagementen behoren Schreker’s Die Gezeichneten bij de Nederlandse Opera, Le Nozze di Figaro (Figaro) in Tokyo , The rape of Lucretia(Junius) bij de Bankokopera en Hanoioperahouse , Le Nozze di Figaro (Figaro) en Barbe Bleue (Popolani) bij Opera Zuid en Escamillo bij de Opernfestspielen Klosterneuburg. In november 2010 soleerde hij in Rachmaninov’s The Bells op het vierjaarlijkse Prins Clausconcert in aanwezigheid van Hare Majesteit Koningin Beatrix.
In 2012 vertolkte Martijn Sanders zijn eerste Nabucco (Verdi) met het Nieuw Philharmonisch Orkest o.l.v. Tjalling Wijnstra en bij Opera Zuid was hij te horen en te zien als Papageno en Zio Bonzo(Madama Butterfly-Puccini). In 2013 debuteerde Martijn als Tonio in de opera Pagliacci van Leoncavallo, eveneens bij Opera Zuid en in december 2013 zingt hij de rol van Escamillo in de opera Carmen van Bizet, bij Opera Zuid.
Martijn Sanders werkte verder samen met orkesten en ensembles als het Koninklijk Concertgebouworkest, Munchener Rundfunkorchester, Symfonieorkest Vlaanderen, het Radio Kamerorkest, Holland Symfonia, het Nederlands Kamerorkest, het Gelders Orkest, het Nederlands B lazers Ensemble, de Brandenburger Symphoniker en het DoelenEnsemble en werkte daarbij samen met dirigenten als Jaap van Zweden, Matthias Bahmert, Kenneth Montgomery, Micha Hamel, Lawrence Renes, Frans Brüggen, Jun Märkl,Etienne Siebens, Ingo Metzmacher,Reinbert de Leeuw, Otto Tausk, Tan Dun en Peter Dijkstra.
(Bron: Kox Vocaal, Foto: M. Vinkenoog)